Ieder jaar kiezen honderden eerstejaars studenten voor de studie Geschiedenis, maar waar komen historici eigenlijk terecht na hun afstuderen? De komende weken laten we alumni aan het woord over hun carrière, de moeilijkheden en de mogelijkheden waar zij tegenaan zijn gelopen. Ze beschikken over uiteenlopende vaardigheden en interesses en daar horen verschillende loopbanen bij. Een ding hebben ze echter allemaal gemeen: ze hebben de meest interessante studie gedaan die er maar is! Vandaag vertelt Marlies over de unieke waarde van haar studie Geschiedenis.
‘Ja, ik werk nu in het onderwijs, maar nee, ik sta niet voor de klas.’ Zo vat ik meestal mijn introductie samen als mensen vragend naar me kijken als ik ze vertel dat ik geschiedenis heb gestudeerd. Geschiedenis? Wat doe je daar dan mee? Het is geen vraag waar je zo 1-2-3 een antwoord op kunt geven. Met mijn eigen ervaring kan ik namelijk bewijzen dat je er alle kanten mee op kunt, variërend van radioprogrammamaker en digitaal archivaris tot docent en onderwijswetenschapper.
Eerlijk is eerlijk: ik dacht in mijn eerste studiejaren nog weinig na over de arbeidsmarkt, gewoon omdat ik daar op dat moment niet zo mee bezig was. Ik studeerde geschiedenis omdat ik het leuk vond en nieuwsgierig werd van de uiteenlopende onderwerpen die aan bod kwamen. Mijn keuze voor de master ‘Geschiedenis Vandaag’ was een logisch gevolg van mijn bachelortraject: het was breed opgezet, er was een mogelijkheid tot het volgen van een praktijkgerichte stage en de specialisatierichting ‘Geschiedenis voor de media-, cultuur- en erfgoedsector’ paste helemaal bij mij. Op dat moment (we zitten in 2012) waren er flinke bezuinigingen in de culturele sector gaande. Toch hield ik het vertrouwen dat ik na mijn afstuderen een baan ging vinden. Op carrièredagen van mijn studievereniging kwamen veel uiteenlopende en interessante beroepen voorbij. De tips die ik daar ooit meekreeg en nog altijd toepas: bouw een groot netwerk op en probeer op te vallen.
Een groot netwerk is altijd handig
Zo’n netwerk bouwen, daar moet je eigenlijk tijdens je studententijd al aan werken. In het tweede jaar van mijn studie was ik commissaris extern van de studievereniging GHD Ubbo Emmius. Het hield in dat ik met andere verenigingen (in Nederland, maar ook in Groningen) verschillende activiteiten organiseerde. Zo raakte ik betrokken bij lokale evenementen, zoals de Nacht van de Groninger Geschiedenis. Hierdoor leerde ik veel culturele instellingen en mensen in deze sector kennen. Tijdens mijn Master ben ik een tijdje naar Hilversum verhuisd, om mijn stage in de mediawereld bij het VPRO-radioprogramma OVT te volgen. En toen ik een jaar later besloot dat ik toch van het onderwijs wilde proeven, heb ik tijdens de lerarenopleiding nóg meer medestudenten en collega’s leren kennen. Het leuke van werken in de praktijk is namelijk dat je uit je geschiedenisbubbel komt en nieuwe dingen kan leren van mensen met een andere achtergrond. Zo verrijk je jezelf steeds meer.
En die baan na je studie, die komt er echt wel. In mijn geval was het vooral een kwestie van uitproberen. Met mijn eerstegraads diploma op zak was het lastig om in het noorden een docentenbaan te vinden, dus ging ik op zoek naar vacatures bij andere (onderwijs)instellingen. Mijn strategie? De studie geschiedenis als een unique selling point presenteren. Misschien denk je: bah, nu gaat ze met Angelsaksisch jargon strooien. Maar tussen alle bedrijfskundigen en communicatiespecialisten vinden organisaties het heel verfrissend om iemand tegen te komen die het allemaal net even anders doet. Het leverde me bijna een baan op in het ziekenhuis (niet de eerste plaats waar je een historicus zou verwachten, toch?) en uiteindelijk kwam ik terecht op een project bij de Hanzehogeschool Groningen, waar ze een nieuwe digitale archiefmethode introduceerden. Archiefwerk is niet mijn cup of tea, maar de Hanze prijkte wel mooi op mijn cv. En toen ik door stom toeval een vacature voor junior onderzoeker bij de Rijksuniversiteit tegenkwam, bleek de ervaring in het hoger onderwijs een van de punten te zijn waarop ze me uitnodigden voor een gesprek.
Een historica tussen de gedragswetenschappers
Zo komt het dat ik op dit moment als enige Master of Arts een promotietraject volg bij de afdeling onderwijskunde. Mijn ervaringen in het onderwijs, gecombineerd met mijn onderzoeks- en schrijfvaardigheden, hebben ervoor gezorgd dat ik uit een grote groep sollicitanten werd gekozen om mee te werken aan een onderzoeksproject over leesvaardigheid bij brugklassers. Binnen een team van vijf personen werken we aan een digitale leeromgeving die ondersteuning moet bieden tijdens het lezen van informatieve teksten. Zo vinden jonge leerlingen het vaak lastig om hoofd- en bijzaken te onderscheiden, oorzaak-gevolgrelaties te herkennen of het perspectief van de auteur te bepalen. Drie keer raden voor welk vak deze vaardigheden het meest van belang zijn…
Al met al kan het nooit kwaad om veel ervaring op te doen. Zo leer je veel mensen kennen en kun je hen toevoegen aan je LinkedIn-netwerk (gewoon doen, daar is het immers voor). Je weet maar nooit wanneer het van pas kan komen als je oude Middeleeuwen-docent of die ene buurman die bij een uitgeverij werkt een korte aanbeveling wil schrijven, die jij mooi bij je sollicitatiebrief kan meesturen. Een sollicitatiebrief waarin je jezelf als uniek persoon kunt neerzetten, omdat jij als historicus vaak net een andere blik op dingen kunt werpen en daardoor zeker een waardevolle toevoeging zal zijn!
Wil je meer horen over jonge historici en de arbeidsmarkt? Op 22 november organiseren wij het evenement ‘Jonge Historici maakt werk van geschiedenis.’ Meld je nu alvast aan door te mailen naar info@jongehistorici.nl o.v.v. ‘arbeidsmarkt’ en ontvang bericht als het programma rond is.
Marlies ter Beek (26) volgde de bachelor Geschiedenis en de master Geschiedenis Vandaag aan de Rijksuniversiteit Groningen. Tijdens haar studie deed ze een bestuursjaar bij GHD Ubbo Emmius en liep ze stage bij de VPRO in Hilversum. Na een korte pauze van een half jaar volgde hierop de master LVHO Geschiedenis en Staatsinrichting, waar ze een jaar voor de klas stond in een klein Fries dorp. Na wat omzwervingen bij de Bijenkorf en de Hanzehogeschool kwam ze weer bij de Rijksuniversiteit terecht. Sinds november 2015 is ze hier bezig met haar promotietraject.