Hoe is Voltaire erin geslaagd om een onuitwisbare afdruk op de achttiende eeuw achter te laten, terwijl zijn boeken nog maar nauwelijks gelezen worden?
Weinig namen dragen zoveel klank en distinctie als de zelfgekozen naam van de Franse filosoof François-Marie Arouet, die zich in 1721 omdoopte tot Voltaire. Voltaire klinkt als een naam die toebehoort aan een groot genie. En dat was ook zo. De filosoof en schrijver Voltaire was een van de leidende schrijvers van de achttiende eeuw, lid van de prestigieuze Académie Française, winnaar van vele prijzen en concoursen. Frankrijk heeft een groot deel van zijn voortrekkersrol als verlichte staat te danken aan drie grote schrijvers: Voltaire, Charles de Montesquieu en Jean-Jacques Rousseau. De laatste kwam uit Genève, maar dat terzijde.
Het opmerkelijke van Voltaire is dat hij tijdens zijn hele leven een grote beroemdheid was, waar echt rekening mee gehouden werd. Hij oefende dan ook veel invloed uit op zijn tijdgenoten (zo verbleef hij aan het hof van Frederik van Pruisen, en had hij een briefwisseling met Catherina de Grote). Voltaire schreef een groot aantal toneelstukken, commentaren, een aantal romans en was een van Frankrijks meest gelezen auteurs. Toch wordt er heden ten dage alleen nog maar in Frankrijk aan hem gerefeerd. Waar Rousseau zijn contrat social heeft, hetgeen nog steeds een politiek omstreden werk is wat aan elke universiteit in Nederland gebruikt wordt, en Montesqieu zijn lettres Persanes en zijn trias politica, waar menig moderne staat op gefundeerd is, blijft er van Voltaires bekende werken weinig meer over dan het boekje Candide ou l’optimisme.
Het is een koddig boek waarin Candide tegen wil en dank een wereldreis maakt met zijn mentor, de beroemde filosoof Pangloss. De filosoof verklaart dat alle rampspoed die het tweetal overkomt voortkomt uit het goede. ‘ […] de sorte que plus il y a de malheurs particuliers, et plus tout est bien.’ Wat zoiets betekent als: hoe meer persoonlijk leed er is, hoe beter dat is voor het algemeen belang. Ondanks dat het boek met afstand het bekendste werk van Voltaire is, moet ik schoorvoetend bekennen dat ik er niet zoveel aan vond. De kritiek op de filosofische problemen van het geloof en op de maatschappij is tamelijk ondubbelzinnig. De belangrijkste reden waarom het boek nog steeds wordt gelezen is de groteske humor en het tot aan absurditeiten aandikken van gebeurtenissen, die vervolgens door Pangloss in optimistisch perspectief geplaatst worden.
Wat is er naast deze korte novelle algemeen bekend over Voltaire? Hij heeft een tijdje in Nederland gewoond, en hij werd afgeranseld door de knechten van de Chevalier de Rohan, omdat de edelman het te min vond om met een ordinaire schrijver te duelleren. Voltaire kreeg met iedereen een meningsverschil.
Hiermee wil ik constateren dat zijn intellectuele erfenis onder de bevolking een beetje tegenvalt, zeker als we het vergelijken met de grote faam die hij tijdens zijn leven genoot. Desalniettemin heeft de naam Voltaire altijd de klank van grandeur behouden. Toen Sartre tijdens mei ‘68 in opspraak raakte vanwege zijn steun aan de studentenopstanden, schijnt De Gaulle gezegd te hebben: ‘On n’ârrete pas Voltaire.’ Daarnaast blijft de beeltenis van Voltaire behouden door onder meer de schilderijen die er van hem gemaakt zijn. Ook hier laat hij een onuitwisbare indruk achter: de typerende neus, de kwieke spottende ogen en bovendien de bijna pesterige glimlach. De Voltaire die op het linnen is vastgelegd ziet eruit als een man die zich niet allen zeer zelfverzekerd voelt, maar daarnaast ook bewust is dat hij met niemand anders rekening hoeft te houden, met een air van ‘wie maakt mij wat’ poseert hij. Het behoeft geen verdere uitleg dat hij enerzijds zeer innemend was, anderzijds onuitstaanbaar.
Berend Sommer doet een master Geschiedenis aan de Universiteit Leiden. In 2012 was hij spreker bij de Dag van de Jonge Historicus in Amsterdam. Naast zijn studie is hij penningmeester van het nieuwe bestuur van JHSG.