Dwalen over Ohlsdorf
Ohlsdorf, in het noorden van Hamburg, is één van de grootste begraafplaatsen ter wereld (nummer 4, zegt Wikipedia). In zijn soort, de landschapsbegraafplaats, is het zelfs de allergrootste. Dit is niet zomaar een kerkhof, het is een dodenstad van bijna 400 hectare en meer dan 280.000 graven. Buslijnen 170 en 270 rijden door het park en maken tientallen stops om alle bezoekers bij de juiste graven af te leveren. Op een mooie dag is de fiets een aantrekkelijk alternatief. Overal ter wereld zou fietsen op een begraafplaats ongepast en vreemd zijn, behalve hier. Het park is gewoonweg te groot om te voet te doorkruisen.
Hamburgs crème de la crème ligt hier in Ohlsdorf begraven, van rijkskanselier Wilhelm Cuno en bondskanselier Helmut Schmidt tot voormalig burgemeesters Johann Georg Mönckeberg en Kurt Sieveking. Vandaag ben ik hier echter niet voor hen. Ik heb iets opgevangen over een Commonwealth War Graves Cemetery, dat hier ook zou moeten zijn. Als ik aan Commonwealth begraafplaatsen denk, dan denk ik aan de kerkhoven in Frankrijk, België of Turkije: eindeloze vlaktes waar veel te veel jongens van mijn eigen leeftijd rusten. Jarenlang heb ik in het kader van mijn studie hun gedichten, dagboeken en biografieën gelezen. Velen van hen zijn niet slechts namen in de geschiedschrijving voor mij, maar bijna zo tastbaar alsof zij gisteren leefden – ondanks de honderd jaar die ons scheiden. Veel begraafplaatsen heb ik reeds bezocht, maar het is nog nooit in mij opgekomen dat ik er ook in Duitsland één zou kunnen vinden. Ik ben geïntrigeerd: waarom is een Commonwealth War Graves Cemetery zo ver van de frontlinie?
Een graf vinden in Ohlsdorf is als het zoeken naar een speld in een hooiberg. Meerdere graven vinden is al iets eenvoudiger, maar nog steeds verre van simpel. Met niet meer informatie dan dat er een ereveld zou moeten zijn in de buurt van Kapelle 12 ga ik op pad. Bus 170 brengt mij in de buurt van de kapel, maar vanaf dan ben ik op mijzelf aangewezen. In de verte zie ik een enkele bezoeker, maar voor de rest is het hier toch vooral heel erg verlaten. Binnen de kortste keren ben ik verdwaald, met als enige houvast het gegeven dat de Commonwealth begraafplaatsen er allemaal hetzelfde uitzien: lange rijen met allemaal dezelfde grote witte stenen. Nauwelijks te missen dus.Ik dwaal over verlaten grafvelden en overweeg rechtsomkeer te maken als ik plotseling een grote vlakte met witte stenen in het oog krijg. Het is uit duizenden te herkennen.
Aan mijn linkerkant ligt de begraafplaats voor de ruim 700 soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn overleden, aan mijn rechterkant de bijna 1500 graven van degenen die daarna omgekomen zijn. Het zijn voornamelijk Britse soldaten, maar er zijn ook Amerikanen, Canadezen, Australiërs, Zuid-Afrikanen bij. Ook twee Nederlandse slachtoffers liggen hier begraven. Voor de enkele bezoeker ligt er een boek met informatie. Ik leer dat het grootste gedeelte van de slachtoffers niet omgekomen is in actie, maar dat zij krijgsgevangen werden genomen en naar Duitsland zijn gebracht, om daar ver van huis te sterven – dan wel aan hun verwondingen, dan wel vanwege het gebrekkige rantsoen. Er zijn ook slachtoffers van zeemijnen bij, wiens lichamen aanspoelden aan de Duitse kusten. De slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog zijn veelal onder te verdelen in twee categorieën: piloten die sneuvelden tijdens de bombardementen op Duitsland, of soldaten die omkwamen tijdens hun dienst bij de bezettingsmacht. Ik loop langs hun graven, mijn gedachten zijn honderd jaar eerder.
Voor 1923 lagen de Britse slachtoffers verspreid over ruim 120 kerkhoven in noordwest Duitsland, daarna werden zij herbegraven op het kerkhof in Hamburg. Ohlsdorf is één van de vier centrale Commonwealth begraafplaatsen in Duitsland. Andere belangrijke begraafplaatsen zijn Berlijn, Kassel en Keulen. In Ohlsdorf liggen de voormalig krijgsgevangenen, piloten en soldaten uit de bezettingsmacht zij aan zij met andere oorlogsslachtoffers: Duitsers die omkwamen tijdens de bombardementen en de geëxecuteerde verzetsstrijders. Slechts een aantal heggen scheiden hen. In de dood zijn allen gelijk, maar toch ook niet helemaal.
Het begint te regenen. Ik keer terug langs Kapelle 12 en neem bus 270 terug naar de hoofdingang. Onderweg stappen hier en daar mensen in, we keren terug naar de wereld van de levenden. Buiten de poorten is het business as usual, auto’s, bussen en de U-Bahn razen voorbij. Niets doet vermoeden dat achter ons de grootste niet-militaire begraafplaats ter wereld ligt. Ik vraag mij vooral af hoe het komt dat ik nog nooit echt nagedacht heb over het leven in krijgsgevangenschap. Ik kwam naar Hamburg met de verwachting mijn kennis van de Duitse geschiedenis te vergroten. Hamburg biedt dat, en meer.
Brigitte van de Pas (1988) studeerde geschiedenis en Midden-Oostenstudies in Leiden. Sinds oktober 2015 woont zij in Hamburg, waar zij werkt als onderzoeker bij het statistiekplatform Statista. Zij blogt ook over haar avonturen in Duitsland op The Life And Times Of A Dutchie Abroad.
Eén gedachte over “Onze vrouw in Hamburg: Dwalen over Ohlsdorf”
Reacties zijn gesloten.