Historie is hot. Op steeds meer zenders zien we historische personages voorbij komen: van de sekscrazed Tudors tot zwijmelende Jane Austens. In navolging hiervan verbeelden Jonge Historici in deze nieuwe reeks het verleden. Vandaag trapt Simone Vermeeren af met een serie over haar scriptieheld Louis Hermans.
Vincent van Gogh, Ramses Shaffy en Johan Cruijff… De Nederlandse Publieke Omroep is een nieuw concept aan het verkennen: biografische televisieseries over Nederlandse mannen die in het verleden een heldenstatus hebben verworven. Hoewel ik niet al deze series helemaal gezien heb, ben ik absoluut fan van het idee. De geschiedenis op succesvolle wijze toegankelijk maken voor een breed publiek is een vak apart, ook voor historici. In het kielzog van de NPO zie ik ongebreidelde mogelijkheden, ook buiten de platgetreden paden van voor de hand liggende volkshelden: Louis Hermans. De serie.
Louis Maximiliaan Hermans was een van de hoofdrolspelers in mijn masterscriptie, waarvoor ik socialistische argumentatie tegen de Nederlandse monarchie aan het einde van de negentiende eeuw onderzocht en voor wiens redactionele erfenis ik een zwak heb ontwikkeld. Omdat Hermans het liefst zijn republikeinse kritiek op koning Willem III op humoristische en satirische wijze uitte, graag op zijn Amsterdamse zolderkamertje achterklap en sterke verhalen uit zijn anarchistische duim zoog en bovendien politiek actief was ten tijde van de geboorte van de Nederlandse sociaaldemocratie, lijkt hij me een uiterst interessante kandidaat voor de volgende vierdelige tragisch-komische biografieserie van de NPO. Het script heb ik, met Hermans’ publicaties en zijn persoonlijke archief in gedachten, al bij elkaar gefantaseerd. Als de vertolker van de titelrol heb ik Geza Weisz op het oog, fysiek lijken ze namelijk wel wat op elkaar: gering van lengte en in het bezit van een enigszins viezig snorretje.
1861-1882
In de eerste aflevering zien we hoe Lowietje, geboren in 1861, opgroeit in een straatarme maar liefdevolle familie van toneelspelers. De kijker raakt vertederd door zijn grote ogen, zijn ondeugende smoeltje en de manier waarop hij binnen de gezinsstructuur zijn gebrek aan acteertalent compenseert door zelf toneelstukken te schrijven.
Na een gelukkige jeugd vertrekt adolescent Louis eerst naar Parijs en daarna naar Amsterdam, om in diverse koffiehuizen en andere betrekkingen te werken. Nieuwe vrienden maakt hij snel; hij is een begenadigd gesprekspartner en weet mensen snel voor zich te winnen met zijn scherpe gevoel voor humor. Via zijn internationale kennissenkring komt hij voor het eerst in aanraking met het socialistische gedachtegoed. De aflevering eindigt vol romantiek wanneer Louis na een socialistische bijeenkomst verliefd wordt op Augusta, die op haar beurt valt voor zijn charmante en geestige verschijning.
1882-1894
Louis’ bliksemcarrière in de Nederlandse politiek is het belangrijkste thema van de tweede aflevering. In 1882 treedt hij toe tot de Sociaaldemocratische Bond (SDB) en al snel verkeert hij in de kringen rond de onbetwiste partijleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis – een Gouden Kalf-waardige rol voor Pierre Bokma. Louis herhaalt ook in deze omgeving zijn charismatische trucjes en wordt één van de meest geziene sprekers op partijcongressen, hoewel hij daar meer een entertainende dan intellectuele waarde heeft.
Deels uit rancune richt hij De Roode Duivel op, een socialistisch en satirisch weekblad. De kijker ziet shots van Louis wanneer deze gniffelend aan zijn schrijftafel zit en zijn grofste beledigingen aan het adres van Willem III en koningin-regentes Emma voorleest aan Augusta en zijn partijvrienden, maar ook de momenten waarop hij in de stromende regen zelf als colporteur zijn blaadje aan de man probeert te brengen.
1894-1902
In de derde aflevering kunnen de tissues op tafel want de vrolijke noot verdwijnt compleet. Door onderlinge politieke verdeeldheid komt de SDB terecht in een partijcrisis. Louis kiest de kant van de radicalen en tijdens het laatste partijcongres in 1894, dat een gewelddadige afloop kent, weet hij met zijn scherpe tong zelfs enkele van zijn tegenstanders aan het huilen te krijgen. Vol van het radicalisme, en misschien ook wel van zichzelf, raakt Louis vastbesloten om net als Domela Nieuwenhuis een martelaar voor de goede zaak te worden en schrijft hij zichzelf een veroordeling wegens majesteitsschennis bij elkaar. Rond 1900 krijgt hij nog een bittere pil te verwerken wanneer hij zich noodgedwongen bij de Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (SDAP) moet aansluiten; de SDB gaat ten onder.
Epiloog: 1902-1943
Voor de stad Arnhem is een glansrol weggelegd in de laatste aflevering van Louis Hermans: de serie. Nog altijd verbitterd over de ondergang van de SDB, maar niet bij machte dit ongenoegen in Amsterdam te uiten, accepteert Louis het wethouderschap in het Gelderse socialistennest. Hoewel hij zijn persoonlijke leven weer op orde heeft en een gerespecteerd lid is van de socialistische gemeenschap – er wordt groots stilgestaan bij één van zijn jubilea – knaagt het verleden aan hem en gaat hij verwoed verder met het schrijven van opstandige en radicaal-anarchistische gedichten en toneelstukken. De Duitse bezetting overrompelt hem totaal, een verdere teleurstelling maakt zich van hem meester en in 1943 sterft Louis.
Ik weet het zeker: Nederland zal vier vrijdagavonden op rij aan de buis gekluisterd zitten. De negentiende-eeuwspecialisten zullen de scenarioschrijfster daarom de eventuele fouten, incompleetheden en anachronismen, door geestdrift in het script geslopen, ongetwijfeld vergeven.
Simone Vermeeren (1991) behaalde haar bachelor Geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen en rondde vervolgens de MA Nieuwste Geschiedenis af aan de Universiteit van Amsterdam. Momenteel werkt ze als coördinator en docent bij een bijlesaanbieder en zint ze op manieren om haar onderzoek naar eind-negentiende-eeuws republikanisme voort te zetten. De Publieke Omroep mag haar altijd bellen.