Paul Knevel werkte van 1999 tot 2002 als conservator in het legermuseum in Delft. Sindsdien is hij als docent verbonden aan de UvA. Als conservator maakte hij een tentoonstelling over oorlog en muziek die resulteerde in de publicatie van Muziek, Oorlog en Vrede (2001). Tijdens de Nacht van de Geschiedenis zal hij een lezing geven over dit onderwerp in het kader van het overkoepelende thema Vriend en Vijand. Vincent Bijman interviewde hem om een voorproefje op deze lezing te geven.
Kunt u vertellen hoe u op het spoor van oorlog en muziek bent gekomen?
‘Het legermuseum beschikte over een collectie militaire muziekinstrumenten en wilde hiermee een tentoonstelling maken. Voor ons was het belangrijk om de nadruk te leggen op de maatschappelijke inbedding van dit onderwerp, om de wederzijdse beïnvloeding van oorlog, maatschappij en cultuur. Welke rol speelt oorlogsmuziek precies in de samenleving? Muziek vertelt ons iets over de receptie, mentaliteit en ideeën ten aanzien van oorlog. Ook laat muziek verschillende kanten van het verhaal zien, vanuit zowel het perspectief van de machthebber, de soldaat en het volk. Voor soldaten zorgt muziek voor het ritme van de dag. Soldaten worden begeleid door muziek bij het vroege opstaan, marcheren en het laatste eerbetoon aan gesneuvelde soldaten. Daarnaast bestaat er volksmuziek, klassieke muziek en amusementsmuziek die op militaire successen en leed reageert. Muziek dus als de gelaagde soundtrack van de oorlog.’
Hoe is de muziek door de eeuwen heen een andere rol gaan spelen in oorlogstijd?
‘Enerzijds bestaat er veel continuïteit. Militairen zorgden al lange tijd voor hun eigen muziek, terwijl de volksmuziek als ’tegenstem’ fungeerde. Tegelijkertijd kun je door de eeuwen heen verschillende breukpunten aanwijzen: Componisten werkten bijvoorbeeld tot aan het einde van de achttiende eeuw in opdracht van vorsten. Rond 1800 begonnen componisten echter een bredere markt te bedienen waardoor zij ook meer hun eigen stem konden laten doorklinken. De volgende cesuur kun je in de twintigste eeuw plaatsen, meer bijzonder bij de Eerste Wereldoorlog. Nu vochten componisten zelf mee en ondergingen ze de gevolgen van een volledig gemechaniseerde oorlog. Dat hoor je terug in hun composities.’
Gold dit ook voor de amusementsmuziek?
‘De amusementsmuziek, opgekomen in de negentiende eeuw, maakte tegelijkertijd een andere ontwikkeling door. In eerste instantie begeleidde zij de oorlog met romantische en nostalgische deuntjes, maar in de jaren zestig zien we een breuk als de protestmuziek opkomt.’
Hoe kwamen de soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog in aanraking met muziek?
‘Op het moment dat men zich ingroef voor de loopgravenoorlog ontwikkelde zich ook een heel logistiek systeem achter de loopgraven. Het hele romantische beeld dat er veel gemusiceerd en gezongen zou worden in de loopgraven is natuurlijk onzin. Wat wel zo was is dat er in de achterhoede naar muziek geluisterd werd en ook muziek gemaakt werd met behulp van zelfgebouwde muziekinstrumenten. Soldaten luisterden dan samen naar dezelfde muziek, en zo kon een lied ook populair worden.’
Welke betekenis had de opkomst van muziekdragers?
‘Door de opkomst van grammofoonplaten hoefde men niet langer uitsluitend zelf te musiceren. In de Tweede Wereldoorlog begon vervolgens radio een belangrijke rol te spelen. Soldaten konden ook hun verzoeknummers indienen zoals bij de Wunschkonzerte van de Wehrmacht. Een ander spraakmakend voorbeeld is natuurlijk ‘Good Morning Vietnam’. Zowel de soldaten als het thuisfront luisterden dan naar dezelfde muziek. Wel kregen liedjes steeds vaker een individuele betekenis. Dit gebeurde al bij de cover van All Along The Watchtower door Jimi Hendrix. Oorspronkelijk een lied geschreven door Bob Dylan, zonder enige connotatie van oorlog, kreeg een tekst als ‘There must be some way out of here’ een geheel nieuwe betekenis toen de oorlog in Vietnam uitbrak.’
Hoe werkten oorlogsliederen door in vredestijd?
‘Bij muziek is het lastig om precies aan te wijzen waar de componist door oorlog beïnvloed is. Wel kunnen we stellen dat veel componisten als reactie op bijvoorbeeld de Eerste Wereldoorlog andere muziek gingen schrijven. Jazz komt plotseling op in Europa mede doordat Amerikaanse soldaten deze nieuwe muziekstroming introduceerden.’
Het thema van de nacht van de geschiedenis is Vriend&Vijand. Zorgden de liederen voor vijandschap of zorgden ze juist voor gedeelde ervaringen?
‘Er bestonden natuurlijk duidelijk strijdliederen. Maar ten tijde van de Eerste Wereldoorlog gebeurde iets nieuws: een oorlog die een overwinning beloofde ontwikkelde zich tot een hopeloze loopgravenoorlog. Dit beïnvloedde ook de muziek. Liedjes verwezen naar de alomtegenwoordige ellende. Men besefte dat men daarin niet anders was dan de tegenstander aan de overkant. Dit in contrast tot de strijdbare strijdliedjes, die eerder aan het thuisfront geschreven waren. De strijd bleef echter niet beperkt tot de frontlinies. Oorlog werkte ook door in de cultuur en dit zien we duidelijk terug in de omgang met muziek. Bepaalde muziek werd juist ondersteund of verboden, dat laatste was het geval in Nazi-Duitsland, waar de Jazz werd bestempeld als Entartete Kunst. Daarnaast stond de muziek als kunstvorm op het spel. Claude Debussy liet tijdens de Eerste Wereldoorlog bijvoorbeeld weten dat het goed is om oorlog te voeren tegen de Duitsers, zij hebben immers de Franse muziek verknald. Richard Wagner introduceerde verkeerde akkoorden en Richard Strauss maakte veel te luide muziek! En dan hebben we het nog niet eens over Schönberg met zijn atonale muziek, die hij voor het gemak tot de Duitse muziekcultuur rekende. Debussy kon zelf niet vechten, daar was hij te oud voor. Maar hij kon wel zijn stem laten horen via de muziek. Als historicus kun je via de muziek uitzoeken hoe en in hoeverre oorlog en cultuur precies met elkaar vervlochten waren.’
Wil je een kort college volgen van Paul Knevel? Tijdens de Nacht van de Geschiedenis op zaterdag 18 oktober vertelt hij over de relatie tussen oorlog en muziek.
20:45-21:00 uur
Toren 2.
Vincent Bijman (1990) studeerde Geschiedenis aan de VU en aan de FU in Berlijn. Voor zijn bachelorscriptie deed hij onderzoek naar de vraag ‘hoe schrijft men een geïntegreerde Geschiedenis over Duitsland ten tijde van de Koude Oorlog? Daarnaast was hij voorzitter van de Facultaire Studentenraad Letteren aan de VU in het collegejaar 2012-2013. Vorig jaar begon hij met de Onderzoeksmaster Geschiedenis aan de UvA waar hij zich specialiseert in de geschiedenis van de Europese integratie en de relatie tussen Duitsland en Europa.