Recensie: Bart D. Ehrman – The Triumph of Christianity

Bart D. Ehrman, The Triumph of Christianity: How a Forbidden Religion Swept the World
Simon and Schuster, 2018
ISBN: 9781501136702
€ 27,99

 

 

Hoe kon het geloof dat rond het jaar 30 door een handjevol Joden werd gevolgd, zo’n vier eeuwen later de dominante staatsreligie van het Romeinse Rijk worden? Hoe wist deze kleine Joodse sekte te groeien van zo’n twintig leden uitgroeien tot de helft van het hele Rijk? Wat waren de redenen voor het enorme succes van deze nieuwe religie die het christendom werd genoemd? Deze en andere vragen behandelt historicus en godsdienstwetenschapper Bart D. Ehrman in zijn indrukwekkende The Triumph of Christianity. In negen hoofdstukken neemt hij de lezer mee naar de eerste vier eeuwen van de Christelijke geschiedenis, van het vroege missionariswerk van de apostel Paulus tot de moord op de neoplatonische filosofe Hypatia.

Visioen van Constantijn

Na de slag bij de Milvische brug in 312 bekeerde Constantijn de Grote zich tot het christendom en gaf hij zijn nieuwe godsdienst een bevoorrechte positie in het Romeinse Rijk. Daarmee brak hij met zijn voorgangers, want onder hen werd het Christendom nog vervolgd. Daarom moet Constantijns bekering wel het doorslaggevende moment voor het vroege christendom geweest zijn… toch?

Ehrman laat echter zien dat het aantal christenen al in de miljoenen liep op het moment dat Constantijn zich bekeerde. Het groeide al drie eeuwen lang exponentieel. De nieuwe tolerantie jegens de christenen was natuurlijk welkom, maar het zorgde niet voor een explosie in het aantal bekeringen. Het christendom bleef in de vierde eeuw groeien op hetzelfde (exponentiele) tempo als de drie eeuwen ervoor. Met andere woorden, Constantijns bekering was niet dé reden voor het christelijke succes.

Polytheisme, henotheisme en monotheisme

Om het succes van deze nieuwe religie te kunnen begrijpen, moet je de (religieuze) context van het Romeinse Rijk begrijpen. Ehrman gaat gedetailleerd in op de verschillen tussen de Romeinse godsdiensten en de vraag hoe het christendom de heidense Romeinse religies wist te verdringen. Dit had te maken met de tolerante en inclusieve natuur van deze heidense religies. Het christendom daarentegen was theologisch exclusief en intolerant. Als je christen wilde worden, moest je al je andere goden laten vallen.

De stap van het polytheïsme naar het monotheïsme bleek ook een kleinere stap dan misschien tegenwoordig gedacht wordt. Veel Romeinen waren henotheïst, wat betekent dat ze geloofden in één oppergod, de Theos Hypsistos, die werd vergezeld door meerdere goden. De stap naar monotheïsme werd hierdoor minder groot. Verdere redenen voor het christelijk succes volgens Ehrman zijn het actief prediken van de Evangelie door ‘mond-op-mond-reclame’, de fantastische wonderverhalen van bijv. Petrus en Paulus en angst voor een eeuwig brandende hel.

Vervolging

Een ander aspect dat veel aandacht krijgt, is de vervolging van én door christenen. Er hangen veel onwaarheden rond deze verhalen, vooral door historisch gekleurde bronnen die de vervolgingen nog wel eens willen overdrijven en over het succes van de martelaar verhalen. In werkelijkheid was het merendeel van de vervolgingen een lokale aangelegenheid, niet empire wide. Rapporten van verhoringen laten zien dat de lokale autoriteiten onwillig waren wanneer het aankwam op het wettelijk veroordelen van christenen.

Ook werden christenen niet voornamelijk vervolgd omwille van hun geloof, maar om het feit dat ze weigerden ook andere (Romeinse) goden te respecteren. Om deze reden werden de vroege christenen vaak beschuldigd van atheïsme – een beschuldiging die zij op hun beurt, na de bekering van Constantijn, tegen heidenen zouden gebruiken (het woord ‘heiden’ komt hier neer op ‘niet-christelijk’). Ook de vervolging van heidenen is vaak overdreven. Ongeveer de helft van het Rijk was heidens rond het jaar 400 en geweld tegen heidenen en heidense tempels kwam vaker door lokale initiatieven dan door het Rijk. Maar lokale gewelduitbarstingen konden enorm vernietigend zijn. Ehrman bespreekt instanties van gewelddadig religieuze intolerantie in Alexandrië: de vernietiging van de tempel van de Epyptische god Serapis en de moord op de filosofe Hypatia.

Het Christelijk succes

Ehrman laat stap voor stap zien hoe het christendom zo enorm succesvol was en waarom andere godsdiensten, zoals het Jodendom, dat niet waren. Hij bespreekt eerdere theorieën en suggesties van historici en godsdienstwetenschappers die dezelfde vraag wilden beantwoorden, maar laat ook zien waar deze theorieën tekort schieten. Ehrman bekritiseert de werken van Edward Gibbon en Kenneth Scott Laurette, die het succes grotendeels toeschreven aan de morele superioriteit van het christelijk geloof. Of de theorieën van Rodney Star en Hector Avalos, die het succes verklaren door de georganiseerde christelijke gezondheidszorg.

Tot slot beantwoordt Ehrman definitief de vraag die geschiedkundigen, godsdienstwetenschappers en christenen zich al eeuwen afvragen: was Constantijn nou werkelijk christen? Of bekeerde hij zich uit politieke overwegingen? The Triumph of Christianity schept een compleet beeld van het succes van de Kerk in de eerste vier eeuwen.

 

Door Kaj Brens

Kaj Brens studeerde Geschiedenis en Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in vroegmoderne geschiedenis, ideeën geschiedenis en religieuze radicalisering (historisch en contemporain). Momenteel is hij werkzaam bij het NIOD, Instituut voor oorlogs-, Holocaust- en genocidestudies als onderzoeksassistent.

Berichten gemaakt 1228

Gerelateerde berichten

Type je zoekwoorden hierboven en druk op Enter om te zoeken. Druk ESC om te annuleren.

Terug naar boven