Upset the established order and everything becomes chaos”. Dit zijn de woorden van de Joker in Christopher Nolan’s The Dark Knight. Joker, de hobbesiaanse superschurk, gelooft, zo blijkt uit zijn woorden, in de zogenaamde vernistheorie van bioloog Frans de Waal. ‘De beschaving zou maar een dun laagje zijn, dat bij het minste of geringste zou barsten.’ Onzin, zegt Rutger Bregman in zijn nieuwe boek De Meeste Mensen Deugen, ‘juist als de bommen uit de lucht vallen of de dijken breken, komt het beste in ons naar boven.’
Hobbes vs Rousseau
Het boek gaat, in essentie, over de strijd tussen twee filosofen die elkaar nooit hebben ontmoet, namelijk de Britse Thomas Hobbes en de Zwitsers-Franse Jean-Jacques Rousseau. Volgens Hobbes is de beschaving een zegen die ons heeft gered van onze ‘aanhoudende en rusteloze begeerte naar macht’. Volgens Rousseau hebben de beschaving, persoonlijk eigendom en de landbouw onze vrije en gezonde natuurstaat vergiftigd. Zijn we van nature compassievol of egoïstisch? Vredelievend of gewelddadig? Moeten we, in het kort, dus uitgaan van het goede in de mens of het slechte?
De titel van het boek geeft het antwoord natuurlijk al weg, maar de vraag is hoe Bregman tot deze conclusie kon komen. In tal van unieke voorbeelden en resultaten uit de sociologie, archeologie, psychologie en geschiedenis wijst Bregman ons erop dat het idee van de verdorven natuur van de mens een mythe is. Een beeld dat ons al eeuwenlang wordt ingestampt door managers, despoten en clerici die zo hun positie in de hiërarchie verantwoorden. En dat bevestigd wordt door het nieuws, welke meestal de (verdorven) uitzondering in plaats van de (vredelievende) regel toont.
Myth busted
Bregman laat niets van deze mythe heel. In oorlogssituaties schieten bijvoorbeeld de meeste soldaten liever niet. Of helemaal niet. De meeste bajonetten die nu verroesten in musea zijn vaak helemaal nooit gebruikt. Iemand vermoorden is – psychologisch gezien – nu eenmaal makkelijker op afstand. Paaseiland ging niet ten onder aan ijdel en hebzucht. De meeste omstanders helpen wel wanneer iemand in een noodsituatie terechtkomt. Bregman ontkracht populaire psychologische studies welke de verdorvenheid van de mens zouden bewijzen, zoals Milgram’s schokexperiment en het Stanford-gevangenisexperiment van Philip Zambardo. Ook worden we niet enkel door ‘wortels en stokken’ (lees: beloning en straf) gemotiveerd om goed werk te leveren, zoals ingenieur Frederick Taylor beweerde. Allemaal fake news. We moeten juist uitgaan van een intrinsieke motivatie, welke wordt aangetast door bonussen en targets. ‘Vakmanschap en competentie worden de belangrijkste waarden, in plaats van rendement en productiviteit.’
Kritisch
Geen boek is perfect, zo ook De Meeste Mensen Deugen niet. Het laatste deel, ‘De andere wang’, vind ik het minst overtuigend. Zo zet hij het Noorse gevangenissysteem tegenover het Amerikaanse. Het is makkelijk om de fouten in de Amerikaanse benadering te zien. Relatief onschuldige mensen worden levenslang opgesloten voor het bezit van kleine hoeveelheden wiet in een gevangenissysteem dat draait op winst. In vergelijking lijkt de Noorse aanpak – waar moordenaars, zedendelinquenten en drugsdealers kunnen skiën, zonnebaden en zwemmen op het eiland Bastoy – opeens verlicht. Want de recidive ligt hier maar op 16 procent (tegenover 60% in Amerika). Maar is het resultaat werkelijk het enige wat telt? Volgens Maarten Boudry heeft Bregman het utopisme omarmd. En als ik afga op de argumenten die Bregman geeft in dit deel van zijn betoog kan ik die kritiek lastig weerleggen.
Grootse omvang
Bregman vindt de balans tussen een (populair)wetenschappelijke tekst en een persoonlijk betoog, zonder (expliciet) voor één kant van het politieke spectrum te kiezen In vijf delen en zo’n 500 pagina’s neemt Bregman ons mee van de oertijd tot het heden, van de loopgraven in Verdun tot de vrijheidsstrijd in Zuid-Afrika onder apartheid, van Jos de Blok’s Buurtzorg tot de burgerdemocratie van het Braziliaanse Porto Alegre. Het boek is zo dik als de omvang groots is. (EO-journalist David Boogerd merkte op dat hij Bijbels heeft gezien die dunner waren). Maar ondanks het aantal pagina’s vlieg je er zo doorheen. Het is erg toegankelijk geschreven en het zal zelfs de onervaren lezer weinig moeite kosten om er doorheen te komen.
Door Kaj Brens.
Rutger Bregman, De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens.
Uitgeverij De Correspondent, Amsterdam, 2019.
ISBN: 9789082942187.
€25,-
Kaj Brens studeerde Geschiedenis en Religiewetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is voornamelijk geïnteresseerd in vroegmoderne geschiedenis, ideeën geschiedenis en religieuze radicalisering (historisch en contemporain). Momenteel is hij werkzaam bij het NIOD, Instituut voor oorlogs-, Holocaust- en genocidestudies als onderzoeksassistent.